Er drijven 171.000 miljard microplastics in de oceaan
Een nieuwe studie schat dat er 171.000 miljard microplastics drijven aan de oppervlakte van de oceaan. Actie is dringend noodzakelijk.
Amsterdam, 30 januari 2020 – De Italiaanse regering heeft eind december besloten om belasting te heffen op Single Use Plastic (SUP) als flesjes, tasjes en voedselbakjes. Het duurder maken van al dat eenmalige plastic is een effectieve maatregel waartegen de Italiaanse industrie zich tevergeefs heeft verzet. Maar net als in alle andere landen van de Europese Unie, zullen er ambitieuze maatregelen genomen moeten worden om het gebruik van eenmalig plastic te verminderen.
De Europese SUP-richtlijn verbiedt vanaf volgend jaar de verkoop en het gebruik van een aantal plastic wegwerpproducten, waaronder wattenstaafjes en plastic bestek. De Richtlijn verplicht lidstaten ook om maatregelen te nemen gericht op een ‘ambitieuze en aanhoudende consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik’. Daarbij gaat het vooral om voedselverpakkingen.
Hoewel de tijd dringt, is het nog steeds onduidelijk welke stappen de Nederlandse regering in dit kader gaat zetten. De maatregel die Italië in december heeft aangekondigd, wordt al over een paar maanden ingevoerd. Vanaf dat moment moeten producenten 45 cent per kilo plastic betalen. De prijs zal worden doorberekend in de producten en daardoor zal het gebruik van plastic afnemen. Gerecycled plastic is uitgezonderd. De (plastic)industrie heeft zich tegen deze maatregel verzet met het terugkerende argument dat de maatregel zou leiden tot verlies van werkgelegenheid.
Nederland kiest traditioneel voor maatregelen op basis van vrijwilligheid. Een jaar geleden werd het Plastic Pact ondertekend. Daarin beloofden 75 bedrijven om in 2025 hun plasticgebruik met 20% te hebben gereduceerd. Dit doel is niet afdwingbaar; er volgen geen sancties wanneer het niet gehaald wordt. De Europese Richtlijn bepaalt echter dat in 2026 een meetbare kwantitatieve consumptievermindering ten opzichte van 2022 bereikt moet zijn. Het is daarom de vraag of Nederland kan volstaan met het Plastic Pact en met plannen die afzonderlijke branches zelf presenteren, en hoe aanvullende maatregelen ingevuld worden.
Nederland heeft in principe een arsenaal aan wettelijke mogelijkheden tot zijn beschikking om er zeker van te zijn dat in 2026, zoals de Europese Unie wil, het plasticgebruik drastisch zal zijn teruggedrongen. Dat varieert van een heffing, zoals in Italië, tot een verbod op bepaalde producten, waartoe Frankrijk besloot. Het Nederlandse verbod op het gratis uitdelen van plastic tasjes uit 2016 bleek een groot succes. Er was grote steun uit de samenleving en het aantal zwerfafval-tasjes daalde. Die positieve ervaring kan helpen om ook voor andere verbodsbepalingen te kiezen.
Het meest effectief in de strijd tegen plasticvervuiling is om de items die het meest in het milieu worden aangetroffen als vertrekpunt te nemen. Het project Schone Rivieren turft op een paar honderd rivieroevers systematisch welke items worden gevonden. De top 15 van die items is een goed uitgangspunt voor het nemen van maatregelen. Op basis hiervan zou Nederland in navolging van Frankrijk zelfs meer eenmalige plastic wegwerpproducten kunnen verbieden dan de Europese Unie in de SUP-richtlijn voorschrijft.
Een nieuwe studie schat dat er 171.000 miljard microplastics drijven aan de oppervlakte van de oceaan. Actie is dringend noodzakelijk.
De sombere boodschap van stenen van plastic, aangetroffen op een onbewoond eiland ver van de Braziliaanse kust.
Verpak de vijf meest verkochte groente en fruit niet langer in plastic. Dat bespaart niet alleen plastic, maar voorkomt ook voedselverspilling.
Cosmeticabedrijven die verzorgingsproducten zonder microplastics verkopen, roepen in een open brief op tot snelle invoering van een totaalverbod.