Stenen van plastic op een onbewoond eiland
De sombere boodschap van stenen van plastic, aangetroffen op een onbewoond eiland ver van de Braziliaanse kust.
12 oktober 2020
‘Circulair’ is het nieuwe toverwoord. Anno 2020 draait het allemaal om het bereiken van een kringloopeconomie waarin zo weinig mogelijk afval ontstaat. Recycling speelt daarin een cruciale rol. Maar het probleem is dat een veilige circulaire kunststofeconomie een illusie is zolang het onmogelijk is om de aanwezige giftige additieven uit plastic te verwijderen. En dat is helaas de huidige situatie: ongewenste chemicaliën kunnen door de bestaande recyclingtechnieken niet worden gefilterd en belanden zo in nieuwe producten van gerecycled materiaal.
Dit concludeert een samenwerkingsverband van gezaghebbende instellingen, waaronder drie VN-organisaties en IPEN (International Pollutants Elimination Network), in het rapport Plastic’s Toxic Additives and the Circular Economy.
Het rapport maakt duidelijk dat de huidige internationaal geldende regels niet voldoen om mens en milieu te beschermen tegen deze chemicaliën. Er zal op veel niveaus drastisch moeten worden ingegrepen.
In het Verdrag van Stockholm wordt het gebruik van zogeheten persistente organische verontreinigde stoffen (POPs) aan banden gelegd. Er is een lijst met verboden stoffen. Maar die blijkt volstrekt onvoldoende. Chemieondernemingen kunnen een verbod omzeilen door een verwante stof toe te passen die niet op de lijst staat, maar potentieel even gevaarlijk is. In het rapport wordt daarom bepleit om hele stofgroepen (van additieven) uit te sluiten.
De uitvoeringsorganisatie van het Verdrag van Stockholm, dat door meer dan 180 landen is ondertekend, is een van de samenstellers van het rapport. Een tweede aanbeveling is volledige transparantie van de toegevoegde chemicaliën. Nu is dat voor het eerste plasticproduct al niet of moeilijk te achterhalen, maar voor het gerecyclede product dat uit een mix van oude plastics is gemaakt, is dat onmogelijk. Ook is onbekend hoe de gemengde chemicaliën op elkaar reageren.
Het Verdrag van Bazel betreft het beheersen van grensoverschrijdende handel in giftige en gevaarlijke stoffen en gevaarlijk afval. Er is al een belangrijke stap gezet door het transport van gemengd en vervuild plasticafval ook onder dit verdrag te laten vallen. Importerende landen kunnen deze transporten nu verbieden en landen moeten hun eigen afval (gaan) recyclen.
Hierdoor is een overschot van plasticafval ontstaan in de voorheen exporterende (westerse) landen. Van een deel worden nieuwe producten gemaakt, maar met een groot restdeel (de ‘mix’) kan niemand iets. Dat wordt verbrand, gestort of geëxporteerd, soms illegaal.
In het rapport worden voor de hand liggende oplossingen aangedragen. Zo wordt gepleit voor gescheiden inzameling, waarbij schone stromen plastic ontstaan waarvan de recycler precies weet wat er aan chemicaliën in zit.
Ook zou de industrie het gebruik van problematische chemische toevoegingen moeten vermijden en zou er geïnvesteerd moeten worden in veilige alternatieven. De industrie moet verantwoordelijkheid nemen voor de materialen die ze nu produceren, nieuwe veilige standaarden formuleren en volledige transparantie bieden. Nieuwe producten mogen niet problematisch zijn voor de afvalverwerking.
Dat is nu helaas het geval. Gelukkig luiden de bovengenoemde VN-organisaties de noodklok en geven toe dat ze vooralsnog niet in staat zijn om mens en milieu tegen de gevaarlijke stoffen te beschermen. Maar de hamvraag is in hoeverre landen die verdragspartner zijn, maar ook het thuisland van chemische industrie en plasticproducenten, bereid zijn om de regels aan te scherpen? En als die hobbel genomen is, dan zijn er nog de landen die de verdragen wel hebben ondertekend, maar niet hebben geratificeerd. Dat zijn de Verenigde Staten de Russische Federatie voor het Verdrag van Stockholm en de Verenigde Staten voor het Verdrag van Bazel. Zij zullen nieuwe regels aan hun laars lappen of anderszins dwarsliggen.
Tenzij de rest van de wereld een vuist maakt. En dat is hoog tijd.
De sombere boodschap van stenen van plastic, aangetroffen op een onbewoond eiland ver van de Braziliaanse kust.
Verpak de vijf meest verkochte groente en fruit niet langer in plastic. Dat bespaart niet alleen plastic, maar voorkomt ook voedselverspilling.
Cosmeticabedrijven die verzorgingsproducten zonder microplastics verkopen, roepen in een open brief op tot snelle invoering van een totaalverbod.
Het Afvalfonds erkent de problematiek van plastic verpakkingen en bepleit een systeemverandering. Zijn het opnieuw mooie woorden zonder daden?