Er bestaan grote en kleine moleculen. Plastics bestaan altijd uit grote moleculen die polymeren genoemd worden. Polymeren bestaan op hun beurt uit een heleboel identieke deeltjes die als een soort ketting aaneengeregen zijn. Deze afzonderlijke deeltjes noemen we monomeren, of monomeermoleculen. De lengte van die kettingen is bepalend voor de eigenschappen van plastic.
Eigenschappen van plastic
Plastic komt in alle vormen en maten. Er is zacht en flexibel plastic, maar ook zeer hard plastic dat bijna zo sterk is als metaal. Deze verschillende eigenschappen kunnen worden verkregen door het productieproces te modificeren, bijvoorbeeld door de temperatuur of druk te variëren waarmee het plastic wordt verwerkt of door de soorten monomeren aan te passen die worden gebruikt. Fabrikanten kunnen allerlei chemicaliën (waarvan we 16.000 kennen) toevoegen en blijven sleutelen aan de moleculaire structuur van plastic. Het woord plastic betekent letterlijk 'kneedbaar', wat betekent dat je het materiaal in een bepaalde vorm kunt drukken en dat het die vorm behoudt na afkoeling. De plasticindustrie is voortdurend op zoek naar nieuwe soorten plastic en toepassingen. Er zijn minstens 145.000 gepatenteerde plastics die allemaal van elkaar verschillen. Voorbeelden van synthetische polymeren zijn polystyreen (PS), polyethyleen (PE), polyethyleentereftalaat (PET), polypropyleen (PP) en polyvinylchloride (PVC).
Plastic komt in alle vormen en maten. Er is zacht en flexibel plastic, maar ook zeer hard plastic dat bijna zo sterk is als metaal. Deze verschillende eigenschappen kunnen worden verkregen door het productieproces te modificeren, bijvoorbeeld door de temperatuur of druk te variëren waarmee het plastic wordt verwerkt of door de soorten monomeren aan te passen die worden gebruikt. Fabrikanten kunnen allerlei chemicaliën (waarvan we 16.000 kennen) toevoegen en blijven sleutelen aan de moleculaire structuur van plastic. Het woord plastic betekent letterlijk 'kneedbaar', wat betekent dat je het materiaal in een bepaalde vorm kunt drukken en dat het die vorm behoudt na afkoeling. De plasticindustrie is voortdurend op zoek naar nieuwe soorten plastic en toepassingen. Er zijn minstens 145.000 gepatenteerde plastics die allemaal van elkaar verschillen. Voorbeelden van synthetische polymeren zijn polystyreen (PS), polyethyleen (PE), polyethyleentereftalaat (PET), polypropyleen (PP) en polyvinylchloride (PVC).
Twee groepen kunststoffen
Er zijn twee groepen kunststoffen; de thermoplasten en de thermoharders. De eerste worden zacht bij verhitting en dat betekent dat ze in principe opnieuw kunnen worden gesmolten en door een mal kunnen worden gevormd. Dit zijn de plastics die gerecycled kunnen worden. Onder thermoplasten vallen folie, flessen, kleding, piepschuim en nog heel veel meer producten. De thermoharders kunnen daarentegen niet meer worden omgesmolten. Ze blijven hard, ook na verhitting. We vinden ze terug in stopcontacten en rompen van zeilboten. Voor beide groepen geldt dat ze niet op natuurlijke wijze afbreken nadat ze in het milieu terecht komen, of alleen onder heel specifieke omstandigheden.
Er zijn twee groepen kunststoffen; de thermoplasten en de thermoharders. De eerste worden zacht bij verhitting en dat betekent dat ze in principe opnieuw kunnen worden gesmolten en door een mal kunnen worden gevormd. Dit zijn de plastics die gerecycled kunnen worden. Onder thermoplasten vallen folie, flessen, kleding, piepschuim en nog heel veel meer producten. De thermoharders kunnen daarentegen niet meer worden omgesmolten. Ze blijven hard, ook na verhitting. We vinden ze terug in stopcontacten en rompen van zeilboten. Voor beide groepen geldt dat ze niet op natuurlijke wijze afbreken nadat ze in het milieu terecht komen, of alleen onder heel specifieke omstandigheden.

