Maatregelen
Er worden verschillende maatregelen toegepast om de gewenste vermindering van plastic te realiseren. Per maatregel lichten wij toe wat we daarvan vinden.
Net als alle lidstaten van de Europese Unie zet ook Nederland de richtlijn om in nationale wetgeving; het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik.
Alle EU-landen hebben de vrijheid om zelf vorm te geven aan de uitvoering van de richtlijn. Zo kunnen ze er ook voor kiezen om nóg ambitieuzer te werk te gaan. Nederland doet dat niet, die heeft gekozen voor een zuivere implementatie van de richtlijn.
Om de uitvoering van de SUP-Richtlijn te vergemakkelijken heeft de de Europese Commissie een Leidraad of handleiding ontworpen die aangeeft welke producten onder de richtlijn vallen en welke criteria precies gelden.
Nederland heeft aanvullende maatregelen aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer, maar erg concreet zijn ze nog niet. Zo wil de staatssecretaris laten doorrekenen of een halvering van het gebruik van wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen wel realistisch is. Verder wil ze afspraken maken om herbruikbare bekers, bestek en verpakkingen op bepaalde plekken aan te bieden aan consumenten. Op welke plekken dit zal gebeuren en hoe dit er precies uit gaat zien is nog niet bekend.
Ten slotte heeft de staatssecretaris aangekondigd dat zij voor kauwgom ook regelgeving via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) wil invoeren, mits een vrijwillige aanpak niet tot het ‘gewenste resultaat’ leidt. In dat geval treedt er uiterlijk 31 december 2024 alsnog een UPV in werking. Hoe deze afspraken eruit gaan zien en wat precies het ‘gewenste resultaat’ is, is nog niet duidelijk.
Nederland heeft aanvullende maatregelen aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer, maar erg concreet zijn ze nog niet. Zo wil de staatssecretaris laten doorrekenen of een halvering van het gebruik van wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen wel realistisch is. Verder wil ze afspraken maken om herbruikbare bekers, bestek en verpakkingen op bepaalde plekken aan te bieden aan consumenten. Op welke plekken dit zal gebeuren en hoe dit er precies uit gaat zien is nog niet bekend.
Ten slotte heeft de staatssecretaris aangekondigd dat zij voor kauwgom ook regelgeving via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) wil invoeren, mits een vrijwillige aanpak niet tot het ‘gewenste resultaat’ leidt. In dat geval treedt er uiterlijk 31 december 2024 alsnog een UPV in werking. Hoe deze afspraken eruit gaan zien en wat precies het ‘gewenste effect’ is, is nog niet duidelijk.
De Europese SUP-Richtlijn is gebaseerd op de meest gevonden plastic items voor eenmalig gebruik op Europese stranden. Plastic Soup Foundation constateert een sterke overlap met het soort items dat op de oevers van Nederlandse rivieren worden gevonden. Niet gek, want veel plasticvervuiling komt via de rivieren in zee terecht en spoelt vervolgens aan op de stranden. Plastic Soup Foundation vindt dat Nederland de aanvullende maatregelen met name ook moet richten op de bestrijding van de items die het meest in Nederland, op land en langs de rivieroevers, worden aangetroffen.
De afgelopen jaren hebben we veel data verzameld in het kader van Schone Rivieren -een gezamenlijk project van IVN Natuureducatie, Stichting De Noordzee en Plastic Soup Foundation-, en World Cleanup Day, in Nederland jaarlijks georganiseerd door Plastic Soup Foundation. De top 15 van meest gevonden producten in de Nederlandse rivieren (1) en de resultaten van de grootschalige zwerfafvalmeting op World Cleanup Day 2019 (2) zijn te zien in de afbeeldingen hiernaast op desktop en hieronder op mobiel.
Deze tellingen laten zien welke productgroepen aangepakt moeten worden om plasticvervuiling in Nederland bij de bron aan te pakken. Door regelgeving specifiek te richten op de producten die het meest worden gevonden, zal het grootste deel van het plasticafval niet langer meer in het milieu terecht komen.
Deze data zijn voor ons de maatstaf aan de hand waarvan wij de uitvoering van de SUP-Richtlijn de komende jaren zullen volgen. Tellingen geven inzicht in de vraag of er werkelijk sprake is van verminderd zwerfvuil per item. Zijn de maatregelen effectief of moeten er andere, doelgerichtere maatregelen genomen worden?