MICROPLASTICS LIJKEN DEMENTIE TE BEVORDEREN
Nieuw onderzoek naar de effecten van microplastics op mensen en andere zoogdieren toont significante gedragsveranderingen.
26 januari 2022
Volgens de European Chemicals Agency (ECHA) is kunstmest de grootste bron van vervuiling met microplastics in de landbouw. Het agentschap heeft voorgesteld om (een deel van) dit gebruik van plastic te verbieden.
Bij de Nederlandse overheid bestaat echter nauwelijks kennis van de omvang van dit probleem.
Microplastic deeltjes in kunstmest worden opzettelijk toegevoegd aan de coating rond de kunstmestkorrel, deze barrière om de korrel heen zorgt ervoor dat de voedingsstoffen langzamer worden afgegeven. Een tweede voorbeeld van opzettelijk toegevoegde microplastics betreft bepaalde additieven die microplastics bevatten die aan kunstmest worden toegevoegd, zoals anti-klontermiddelen of kleurstoffen. Na gebruik belanden al deze microplastics rechtstreeks in het milieu, waar ze niet afbreken. Uit studies blijkt dat gewassen de allerkleinste plastics kunnen opnemen. Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen voor potentiële negatieve (humane) gezondheidseffecten.
In antwoord op Kamervragen stelde minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in 2019: ‘Er zijn geen publieke gegevens bekend van de schaal waarop deze producten[toepassing van bewust toegevoegde microplastics in de land– en tuinbouw, zoals in meststoffen] worden gebruikt.’ Er bestaat blijkbaar een groot gebrek aan kennis over een potentieel groot milieu- en gezondheidsprobleem.
In lijn met het voorzorgsprincipe is een vermindering van plastic, en dus ook (opzettelijk toegevoegde) microplastics, voor een beter en gezonder milieu cruciaal. Naar verwachting wordt dit jaar, in 2022, duidelijk of Europa kiest voor een verbod van deze toepassing om verdere vervuiling van landbouwgronden door plastic te voorkomen. Allerlei uitzonderingen op dit verbod zullen dan nog wel steeds bijdragen aan plasticvervuiling. Indien het voorstel van ECHA niet wordt aangenomen, kan vermindering van het omstreden gebruik alleen afhangen van de bereidheid daartoe door verschillende partijen die betrokken zijn bij de landbouw.
Marina Bool onderzocht daarom voor haar masterstudie in hoeverre verschillende partijen binnen de Nederlandse landbouw zich niet alleen bewust zijn van de aanwezigheid van microplastics in kunstmest en de gevolgen daarvan, maar ook of ze bereid waren om te veranderen en vrijwillig van dit gebruik af te zien.
Uit haar onderzoek blijkt dat het bewustzijn omtrent de aanwezigheid en gevolgen van opzettelijk toegevoegde microplastics aan kunstmest enorm verschilt tussen de partijen. De ondervraagde agrariërs, die de kunstmest gebruiken op hun land, hebben geen idee dat microplastics aanwezig zijn of kunnen zijn in die producten. Het verschilde vervolgens per individu hoe hier op gereageerd werd en hoe hun veranderingsgezindheid beïnvloed werd.
Zo vertelde één agrariër dat hij, zolang het toegestaan is, deze producten gewoon zou blijven gebruiken, terwijl een andere zich direct minder enthousiast toonde over het gebruik ervan en ook zonder een Europees verbod zou overwegen ervan af te zien. Er zijn vanzelfsprekend ook andere factoren die meewegen bij hun opstelling. Wanneer microplasticvrije kunstmest kan leiden tot verminderde oogst en minder inkomen, is de bereidheid om ervan af te zien minder groot.
Producenten en leveranciers op hun beurt toonden zich welwillend ten opzichte van verandering, maar alleen wanneer de negatieve effecten op de gezondheid en het milieu nog meer en duidelijker worden aangetoond. Een hoger bewustzijn van de gevolgen zal het voor de politiek makkelijker maken om maatregelen door te voeren, al kunnen die maatregelen natuurlijk ook al genomen worden op basis van het voorzorgsprincipe.
In het recente coalitieakkoord staat dat Nederland ‘in de transitie naar een groene economie tot de kopgroep in Europa wil behoren. (…) We zorgen ervoor dat iedereen mee kan doen, de vervuiler betaalt en dat niemand achterblijft. Zo doen we recht aan de aarde, aan volgende generaties en aan elkaar.’
Voor de nieuwe minister van LNV, Henk Staghouder, is microplastics in kunstmest al bij voorbaat een gevoelig dossier. Een goed begin is het in kaart brengen van de omvang en het gebruik van landbouwproducten die microplastics op het land achterlaten. Het bevorderen van plasticvrije landbouw is een belangrijke opdracht, ongeacht de uitkomsten van het Europees beleid.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het afstudeeronderzoek van Marina Bool voor de master Medical Biology aan de Radboud Universiteit. Voor haar onderzoek liep Marina zes maanden stage bij de Plastic Soup Foundation.
ECHA: ‘microplastics accumuleren in grond en binnenwateren’
Nieuw wetenschappelijk onderzoek: microplastics dringen groenten en fruit binnen
Plasticvervuiling door voedselproductie: FAO zet onderbelicht probleem op de kaart
Nieuw onderzoek naar de effecten van microplastics op mensen en andere zoogdieren toont significante gedragsveranderingen.
Volgens nieuw onderzoek is de plasticsoep minder groot dan gedacht. Is dit het goede nieuws waar we op wachten?
Het eerste bewijs is gevonden dat microplastics aanwezig zijn in menselijk hartweefsel. Het wordt steeds duidelijker dat plastic gevaarlijk is voor de menselijke gezondheid en de gezondheid van onze planeet.
Het kabinet gaat onderzoek doen naar maatregelen, inclusief verbodsbepalingen, om te voorkomen dat bepaalde plastic producten als zwerfvuil eindigen.