Wetenschap
Inmiddels behoort plasticvervuiling tot een van de grootste mondiale milieurampen en onderzoeken duizenden wetenschappers de schadelijke effecten ervan.
De plasticsoep manifesteert zich overal ter wereld. Plastic drijft van de ene naar de andere kant van de oceaan en waait over landsgrenzen heen. Geen land kan er verantwoordelijk voor worden gehouden. Het probleem verergert met de dag en het lukt de internationale gemeenschap niet om dit effectief aan te pakken. Plasticsoep staat weliswaar op de agenda van de Verenigde Naties en lidstaten worden in resoluties opgeroepen maatregelen te nemen om de ecologische gevolgen van plasticafval te beperken, maar er is geen sprake van gecoördineerd internationaal overleg of van verplichte reductie van (verpakkings)plastic. Vooral landen met een grote petrochemische en voedsel- en drankenindustrie, zoals de Verenigde Staten en Nederland, verzetten zich tegen een internationaal verdrag met bindende bepalingen.
Er bestaat een lappendeken aan verdragen, afspraken en actieplannen om plasticvervuiling tegen te gaan. UNCLOS, het VN-verdrag inzake het recht van de zee, roept landen op zeeën niet te vervuilen. Een ander VN-verdrag, MARPOL, verbiedt schepen om plastic op zee achter te laten. Het Verdrag van Stockholm verbiedt het gebruik van bepaalde gifstoffen, en de Conventie van Bazel reguleert de export van gevaarlijk afvalstoffen, inclusief plasticafval. Weer een ander verdrag richt zich op bescherming van biodiversiteit. Actieplannen (Regional Seas Programmes) betreffen afspraken tussen een beperkt aantal landen. Geen van deze en nog enkele andere internationale verdragen heeft plasticsoep als uitgangspunt, terwijl lidstaten erkennen dat de plasticsoep alleen in internationaal verband te bestrijden valt.
Geen van de bestaande verdragen, die elk hun eigen doel hebben, leent zich voor alomvattende afspraken om de plasticsoep te beteugelen. Daarom wordt de roep om een apart plastic-verdrag onder de vlag van de Verenigde Naties steeds luider. De milieuministers van de wereld vergaderen er al jaren over. Milieuorganisaties — waaronder de Plastic Soup Foundation — hebben een voorstel gedaan dat uit vier onderdelen bestaat. Het nieuwe verdrag moet:
Inmiddels behoort plasticvervuiling tot een van de grootste mondiale milieurampen en onderzoeken duizenden wetenschappers de schadelijke effecten ervan.
Nationale overheden kunnen wetten opstellen en deze handhaven voor hun eigen land. Zij hebben ook de plicht om hun bevolking en de natuur te beschermen.
Plastic is spotgoedkoop en bedrijven proberen hun kosten altijd zo laag mogelijk te houden. Ze verzetten zich tegen milieumaatregelen die extra geld kosten.
Je voelt je al snel machteloos. Waar begin je in hemelsnaam als je als burger iets aan de plasticsoep wilt doen? En hoe moet dat dan?