Zelfregulering
Politici komen en gaan, maar de lobbyisten van bedrijven blijven. Hun belangrijkste opdracht is om hinderlijke regelgeving te voorkomen.
De laatste jaren hebben multinationale bedrijven doelen geformuleerd hoe ze moeten omgaan met de plasticvervuiling die ze zelf met hun eenmalige verpakkingen hebben veroorzaakt. Die doelstellingen vertonen een opmerkelijke overeenkomst. Of het nu om McDonald’s, Procter & Gamble, Unilever of Coca-Cola gaat, ze beloven allemaal plechtig dat in 2025 of 2030 hun verpakkingen voor de volle 100% bestaan uit hernieuwbare, composteerbare of gerecyclede grondstoffen. Wat er niet bij verteld wordt, is dat de plasticproductie de komende tien jaar met 40% zal toenemen en dat zij volop van deze groei willen profiteren. Van absolute vermindering is geen sprake. In tegendeel, alle voorgestelde maatregelen laten een ongelimiteerde groei van plastic verpakkingen toe.
Afvalplastic wordt in Nederland gemengd ingezameld om te worden gerecycled. Dat plastic kan niet worden gebruikt om er weer dezelfde producten mee te maken, zoals voedselverpakkingen. Tot voor kort werd een deel van het westerse afvalplastic geëxporteerd naar China, om daar te worden gerecycled. Maar dat land accepteert ons afvalplastic niet langer. De exportstromen hebben zich verlegd naar andere Aziatische landen, maar ook die gaan eisen stellen of sluiten de poorten. Ook is er een deel dat niet verhandeld kan worden en daarom wordt verbrand. De suggestie is dat de plasticsoep door plasticrecycling opgelost kan worden, omdat in theorie alle plastic opnieuw gebruikt wordt. In werkelijkheid is tot op heden slechts 9% van al het wereldwijd geproduceerde plastic gerecycled en is het merendeel van deze materiaalstroom ook nog eens van inferieure kwaliteit. Recycling is vooralsnog downcycling, waardoor ook het gebruik van nieuw virgin plastic onverminderd groot blijft.
Kunnen we dan zonder recycling? Nee, we zullen de plasticsoep op alle niveaus moeten aanpakken, ook door verbeterde recycling. Maar recycling voorkomt niet of nauwelijks dat plastic in het milieu terechtkomt, hoe we ook ons best doen. Wat kunnen we wel doen?
Hier vind je meer veelbelovende oplossingen voor het probleem van de plasticsoep.
Een dertigtal industriële topondernemingen uit de hele wereld heeft begin 2019 een samenwerkingsverband opgericht, de Alliance to End Plastic Waste (AEPW). Bij de oprichting is toegezegd meer dan 1 miljard dollar te besteden om plastic vervuiling tegen te gaan. Meer en betere recycling, vooral in landen waar die infrastructuur nog ontbreekt, is een van de doelen. Tot de deelnemers in AEPW behoren ook giganten uit de olie- en gasindustrie, zoals Shell, ExxonMobil en Dow. Deze bedrijven investeren vele tientallen miljarden dollars in de bouw van nieuwe plasticfabrieken, profiterend van goedkoop schaliegas als grondstof. Aan de ene kant wordt gedaan alsof de industrie door recycling de plasticvervuiling kan tegengaan, terwijl aan de andere kant met nieuw plastic op de markt het businessmodel van recycling onderuit wordt gehaald. De nieuwe plastics zijn namelijk zo goedkoop dat recycling alleen met belastinggeld overeind kan worden gehouden. Dat laatste is bovendien alleen voorbestemd voor welvarende landen.
Lees hier meer over wat de recyclingcodes op verpakkingen betekenen.
Politici komen en gaan, maar de lobbyisten van bedrijven blijven. Hun belangrijkste opdracht is om hinderlijke regelgeving te voorkomen.
Wat is het probleem met ‘biodegradable’ plastic en wat zijn composteerbare plastics? Lees hier meer over wat wel en niet afbreekbaar is.
Lichtgewicht verpakkingen brokkelen eerder af in kleine stukjes dan verpakkingen die dikker en steviger zijn. Maar dit is lang niet het enige probleem…
De bedrijven kunnen onbeperkt plastic verpakkingen op de markt blijven brengen zolang ze zelf niet verantwoordelijk zijn voor de end of life-fase.