Zelfregulering
Politici komen en gaan, maar de lobbyisten van bedrijven blijven. Hun belangrijkste opdracht is om hinderlijke regelgeving te voorkomen.
De wegwerpmaatschappij heeft geleid tot het milieuprobleem van de plasticsoep. Zo’n veertig procent van al het plastic dat geproduceerd wordt, is verpakkingsplastic dat eenmalig wordt gebruikt en binnen twintig minuten wordt weggegooid. Veel daarvan komt in de oceaan terecht en is afkomstig van producten die door multinationale ondernemingen worden verkocht. Bij hen moet de oplossing gezocht worden. Zonder de inzet van de multinationals is de plasticsoep simpelweg niet op te lossen. Een van de beloftes die de multinationale ondernemingen tot nu toe hebben gedaan, is om het gewicht per verpakking te reduceren en zo de hoeveelheid plastic in de supermarkt te verkleinen.
Vermindering van het gewicht per verpakking zegt niets over de kans dat die verpakking in de oceaan terechtkomt. Als de lichtere verpakking na gebruik in het milieu terechtkomt, zal het zelfs eerder afbrokkelen in kleine stukjes dan verpakkingen die dikker en steviger zijn. Maar dit is lang niet het enige probleem met het voornemen van multinationals om het gewicht per verpakking te verkleinen. Wanneer voor één verpakking minder plastic gebruikt wordt — bijvoorbeeld PET flessen die nog dunner gemaakt worden — betekent dat helemaal niet dat er in totaal minder plastic gebruikt zal worden door de producent. Het aantal verpakkingen kan zelfs toenemen, want al deze bedrijven streven naar een hogere omzet. De multinationale ondernemingen zijn verder meestal niet transparant over hun totale plasticgebruik. Die informatie wordt gekwalificeerd als concurrentiegevoelig en dus niet vrijgegeven. Het grootste probleem vormen zonder twijfel de miniverpakkingen. In landen met weinig koopkracht verkopen multinationals als Unilever en Danone heel kleine verpakkingen met zeer weinig inhoud. Per verkochte hoeveelheid product (shampoo, wasmiddel, koffie en zo meer) wordt naar verhouding veel verpakkingsmateriaal gebruikt. Om plastic echt te reduceren, kun je veel beter overstappen op een systeem waarbij de consument zelf zijn herbruikbare flesjes en potjes meeneemt en in de winkel vult. Maar dát willen ze niet, vooral omdat marketing een erg belangrijke drijfveer is om eenmalige verpakkingen te blijven verkopen.
Er is een eenvoudige manier om te zien welke multinationale ondernemingen het meest bijdragen aan de plasticsoep. Kijk van welke merken de verpakkingen zijn die je op het strand of als straatvuil aantreft. Dit werd in 2018 gedaan. The Brand Audit Report rapport telde de merknamen op basis van 239 opruimacties in 42 landen. De top drie bestaat uit Coca-Cola, PepsiCo en Nestlé. In dit rapport werd door Greenpeace ook nagegaan hoeveel eenmalige plastic verpakkingen de elf meest vervuilende multinationals verkochten in 2017. De conclusie was dat de ondernemingen die het meest verkochten precies dezelfde zijn als de ondernemingen van wie het meeste zwerfvuil was aangetroffen. Het rapport doet de volgende aanbevelingen aan de multinationals:
Politici komen en gaan, maar de lobbyisten van bedrijven blijven. Hun belangrijkste opdracht is om hinderlijke regelgeving te voorkomen.
Wat is het probleem met ‘biodegradable’ plastic en wat zijn composteerbare plastics? Lees hier meer over wat wel en niet afbreekbaar is.
De bedrijven kunnen onbeperkt plastic verpakkingen op de markt blijven brengen zolang ze zelf niet verantwoordelijk zijn voor de end of life-fase.
Recycling van plastic voorkomt niet of nauwelijks dat plastic in het milieu terechtkomt, hoe we ook ons best doen. Wat kunnen we wel doen?