5 maart 2020
Verzekeringsmaatschappijen lopen grote risico’s door de toenemende plasticvervuiling, maar doen er weinig aan. En dat terwijl ze een sleutelrol zouden kunnen spelen om de vervuiling te verminderen. Hier valt letterlijk een wereld te winnen! Vorig jaar bracht United Nations Environment voor het eerst een rapport uit dat specifiek ingaat op de ondernemersrisico’s voor verzekeraars als gevolg van plasticvervuiling.
Welke risico’s precies?
Het onderzoek waarschuwt verzekeraars in niet mis te
verstane woorden voor de steeds grotere risico’s. Er worden vier soorten
risico’s onderscheiden:
- Stukken plastic in het milieu zijn een
schadepost. Denk aan schepen met plastic in de schroeven, verminderde visvangst
door spooknetten of teruglopend toeristenbezoek als gevolg van vuile stranden;
- Reputatieschade voor verzekeraars die in zee
gaan met klanten die notoire vervuilers zijn, bijvoorbeeld door in hen te
investeren. Met de toenemende aandacht voor de plasticsoep wordt dit risico
steeds groter;
- Aansprakelijkheidstelling als gevolg van
plasticvervuiling. Denk bijvoorbeeld aan schadelijke effecten van plastic op de
gezondheid van mensen die er veelvuldig mee in aanraking komen. Processen zoals
tegen de tabaksindustrie zijn niet ondenkbaar;
- Tot slot de zogeheten transitierisico’s.
Nieuwe wet- en regelgeving kan leiden tot hoge kosten. Tot nu toe worden de
negatieve effecten van plastic afgewenteld op de natuur of op volgende
generaties, maar wat als producenten verantwoordelijk worden gemaakt voor de
afvalfase van hun product?
Het rapport van de Verenigde Naties roept de verzekeraars op
om een actief beleid te voeren en de plasticsoep te reduceren door eenvoudigweg
de principes toe te passen die de sector internationaal heeft aangenomen om
duurzaamheid te bevorderen.
De Principles for Sustainable Insurance
Grote verzekeraars onderschrijven de zogeheten Principles for Sustainable Insurance (PSI). Dit wereldwijde initiatief uit 2012 moet ervoor zorgen dat verzekeraars door hun risicoanalyses en investeringen actief bijdragen aan de transitie naar een duurzamere wereld. De PSI is een initiatief van de Verenigde Naties en is gebaseerd op vier principes. Elk jaar rapporteren verzekeraars aan de hand van die principes over hun vorderingen. De PSI is aldus een voor de hand liggend kader om plasticvervuiling te bestrijden.
Aegon en de plasticsoep
Verzekeraar Aegon behoort bijvoorbeeld tot de eerste ondertekenaars van PSI. In Aegons Responsible Investment Report 2018 worden slechts twee activiteiten opgevoerd met betrekking tot het tegengaan van plasticvervuiling; er is een brief ondertekend met de oproep om het verlies van plastic nurdles (plastic productiekorrels ook wel pellets genoemd) in het milieu tegen te gaan. En er is sprake van samenwerking met multinationals om de milieubelasting van plastic verpakkingen te verminderen. Niet genoemd worden de investeringen van Aegon zelf in nieuw plastic.
Naar verwachting zal de wereldwijde plasticproductie in tien
jaar tijd met veertig procent toenemen. Oliemaatschappijen en chemische
bedrijven investeren miljarden in nieuw plastic, profiterend van goedkoop
schaliegas. Goedkoop nieuw plastic zal de markt overspoelen en vervolgens sterk
bijdragen aan plasticvervuiling.
Vorig jaar bleek ook Aegon een grote investeerder in schaliegas en plasticproducenten te zijn. Eerlijke Geldwijzer en Plastic Soup Foundation concludeerden in een gezamenlijk praktijkonderzoek Plastic Finance dat de Nederlandse investeringen van Aegon in schaliegas en plasticproducenten tot dan toe minstens 1 miljard dollar had bedragen. Ook andere verzekeraars bleken hier volop in te investeren. Zo belegde Nationale Nederlanden ruim 600 miljoen dollar in grote schaliegas- en plasticproducenten.
Er is voor de verzekeraars nog een lange weg te gaan.
Als je dit leuk vindt